U bent hier:  »   »  Actuele jurisprudentie AOV: reistijd en taakverschuiving

Actuele jurisprudentie AOV: reistijd en taakverschuiving

In februari 2021 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan in een AOV-zaak. Centraal in deze zaak stonden 2 vragen:

1. Dient de reistijd in dit geval als een onderdeel van de werktijd beschouwd te worden?

2.  Mag, rekening houdend met de polisvoorwaardelijke taakverschuivingen, in theorie gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid worden aangehouden terwijl dit in de praktijk niet uitvoerbaar is?

De Hoge Raad bekrachtigt de uitspraak van het Hof. Reistijd dient in dit geval als wezenlijk onderdeel van de werktijd te worden beschouwd: bij de gegeven urenbeperking dient reistijd te worden ingecalculeerd. Dit komt omdat reizen in dit geval een vereiste is om de werkzaamheden uit te kunnen oefenen (er is sprake van wisselende locaties). Daarnaast is de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid in theorie gedeeltelijk, maar in de praktijk niet werkbaar: verzekerde is in theorie weliswaar voor een aantal deeltaken arbeidsongeschikt te beschouwen en voor een aantal deeltaken ook niet, maar droeg in de praktijk eindverantwoordelijkheid en diende daarmee de gehele dag op de werklocatie aanwezig te zijn. Vanwege de urenbeperking is dit niet meer mogelijk en diende hij in de praktijk alsnog volledig arbeidsongeschikt te worden beschouwd.

Zie voor de volledige uitspraak de volgende link: https://jure.nl/ECLI:NL:PHR:2021:132

Terug naar overzicht